
Wanneer schijnwerpers de hemel daglicht helder verlichten, tienduizenden mensen door tourniquets stromen en televisiezenders de beelden over de hele wereld verspreiden, ontstaat er achter de schermen een wervelwind die niet alleen enthousiasme opwekt, maar ook een enorme energiebehoefte aan het licht brengt.
Het moderne profvoetbal is een spektakel dat miljoenen mensen in zijn ban houdt, maar tegelijkertijd enorme hoeveelheden hulpbronnen verslindt. Terwijl de wedstrijd op het veld om centimeters en fracties van seconden draait, speelt zich buiten het veld een ander debat af, dat niet over doelpunten en tactiek gaat, maar over emissies en verantwoordelijkheid.
Wanneer stadions energieverslinders worden en het energieverbruik van de wedstrijden een probleem wordt
Een stadion is veel meer dan een plek voor 90 minuten voetbal. Het is als een machine met een complexe infrastructuur die alleen met een enorm energieverbruik kan functioneren. Op een wedstrijddag komt deze machine al vroeg tot leven, wanneer de veldverwarming wordt aangezet, ook al is dat bij de buitentemperatuur nauwelijks nodig. Schijnwerpers werpen hun scherpe lichtkegels over het veld, VIP-loges worden op temperatuur gehouden, drankkoelers zoemen continu en achter de schermen zoemt de techniek voor bewaking, perswerk en evenementenproductie. Zelfs de betFIRST sports betting live hebben energie nodig die vroeger niet nodig was, toen weddenschappen nog gewoon op papier werden geplaatst.
Hoewel talrijke stadions al zijn overgestapt op ledverlichting en hier en daar zelfs wordt geëxperimenteerd met zonnepanelen, blijft de totale balans op veel plaatsen een black box. Het werkelijke energieverbruik is voor veel clubs namelijk nauwelijks te bepalen, vooral wanneer de bedrijfsstructuur van het stadion extern is georganiseerd en de verbruiksgegevens slechts gedeeltelijk worden geregistreerd. In sommige gevallen ontbreekt zelfs elke vorm van realtime controle over het energieverbruik, waardoor gerichte besparingsmaatregelen vrijwel onmogelijk zijn.
Niet alleen de bal reist door Europa – hoe mobiliteit de CO₂-uitstoot opdrijft
De wedstrijd zelf is niet de enige factor die voor beweging zorgt. De werkelijke uitstoot ontstaat vaak op de trajecten die spelers, staf en fans regelmatig afleggen. Vooral in internationale competities worden afstanden al snel een klimaatprobleem. Terwijl de selectie met een chartervlucht naar de groepsfase reist, komen ook scouts, functionarissen en partners in beweging, vaak per vliegtuig.
Nog ernstiger is de mobiliteitsfactor bij reizen van fans. Elk weekend trekken tienduizenden mensen naar de dichtstbijzijnde thuis- of uitwedstrijd. Het openbaar vervoer speelt in sommige regio’s een rol, maar vaak is de auto ongeëvenaard – vooral waar er geen aansluitingen zijn of de laatste wedstrijd van de week nog bezig is terwijl de laatste trein al vertrokken is.
Zelfs op de bank thuis houdt de energiebalans niet op. HD-streams, stadion-apps en multimediale live-aanbiedingen belasten datacenters, netwerken en elektriciteitsnetten op meerdere niveaus. Digitalisering vervangt niet zomaar de stadionbeleving, maar creëert een eigen energieprofiel met een wereldwijd bereik.
Imago-onderhoud of echte transformatie – hoe serieus is de duurzaamheidsinspanning van de sector echt?
Talrijke clubs presenteren zich graag als pioniers op het gebied van milieubescherming. Duurzaamheid komt regelmatig terug in imagocampagnes, tussen stadionrondleidingen, ledenwerving en gemeenschapsprojecten. Maar in veel gevallen blijft onduidelijk wat daarachter schuilgaat.
Een veelvoorkomend probleem doet zich al voor bij de gegevensbasis. Slechts een deel van de profclubs beschikt over een volledige emissiebalans. Veel clubs registreren alleen het directe verbruik van hun gebouwen, maar laten andere centrale gebieden buiten beschouwing. Reizen van het team, het gedrag van de fans of de productie van fanartikelen worden vaak niet meegenomen. Juist deze indirecte effecten worden echter als bijzonder emissierijk beschouwd.
Van modulaire stadions tot zonnedaken – wat vandaag al werkt in het voetbal
Er zijn inmiddels verschillende voorbeelden van duurzame initiatieven in het voetbal. Stadion 974 in Qatar bestond uit containers, was volledig modulair en zou na het toernooi worden afgebroken en elders worden hergebruikt. Hoewel het project niet onomstreden was, toonde het aan dat alternatief bouwen in het profvoetbal niet alleen denkbaar, maar ook haalbaar is.
In Engeland hebben verschillende clubs hun infrastructuur al ingrijpend veranderd. Stadions worden van zonne-energie voorzien, regionale leveranciers zorgen voor korte transportafstanden en er zijn zelfs vleesvrije stadionmenu’s geïntroduceerd zonder dat dit ten koste is gegaan van de sfeer. In Scandinavië rijden clubbussen inmiddels elektrisch, terwijl sommige trainingscentra experimenteren met emissievrije onderhoudsmiddelen voor het gras.
Ook kleinere maatregelen zoals digitale tickets, statiegeldsystemen of recyclebare fanartikelen dragen bij aan verbetering. Wie duurzaamheid serieus neemt, hoeft niet te wachten op grote revoluties. Veel kan direct worden geïmplementeerd als de wil er is.
Regels in plaats van oproepen – waarom er zonder duidelijke richtlijnen geen vooruitgang zal zijn
Zolang duurzaamheid op vrijwilligheid is gebaseerd, blijft het in de dagelijkse praktijk vaak een randthema. Echte verandering vereist duidelijke richtlijnen, transparante criteria en een bindend kader. Zonder dit kader raken ambitieuze projecten gemakkelijk in de vergetelheid, omdat ze nauwelijks een echt concurrentievoordeel opleveren.
Een centraal probleem is het gebrek aan vergelijkbaarheid. Elke vereniging meet anders, sommige helemaal niet. Zonder uniforme rapportage is het moeilijk te achterhalen welke vooruitgang daadwerkelijk is geboekt. Bijzonder problematisch is het gebrek aan een uitgebreid inzicht in alle emissies. Veel clubs beperken zich tot hun eigen gebouwen en negeren indirecte effecten.
Een Europese norm met minimumeisen voor duurzaamheidsrapportage zou hier uitkomst kunnen bieden. Nog beter zou een koppeling zijn met de vergunningverlening, waarbij transparante reductiedoelstellingen een voorwaarde zijn. Alleen zo wordt duurzaamheid niet langer een optionele PR-bouwsteen, maar een echte succesfactor.
Een spel met toekomst – hoe klimaatneutraal voetbal meer dan alleen mogelijk wordt
De klimaatcrisis heeft al lang ook gevolgen voor het voetbal. Stijgende temperaturen, vaker voorkomende noodweer, beschadigde infrastructuren – dit alles wordt niet op een gegeven moment relevant, maar is nu al merkbaar. Wie nadenkt over het voetbal van de toekomst, moet zich ook bezighouden met de vraag hoe dit onder gewijzigde omstandigheden kan blijven bestaan.
Klimaatneutrale stadions, emissiearme mobiliteit, grondstofbesparende digitalisering – veel daarvan is geen utopie meer, maar wordt al toegepast. Het is van cruciaal belang of de verandering vroeg wordt ingezet of pas plaatsvindt wanneer deze onvermijdelijk is. De druk komt daarbij niet alleen van buitenaf. Ook binnen de scene groeit het besef dat duurzaam handelen meer is dan een modieuze trend.
Daniel Zechut
Author.